DEN HAAG – Biomassa moet steeds minder worden ingezet voor het opwekken van energie, omdat het in de toekomst vooral nodig is in de chemie en als grondstof voor materialen. De subsidies voor biomassa als bron van elektriciteit of warmte moeten dan ook zo snel mogelijk worden afgebouwd.
Dat is het (concept)advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) richting kabinet. De SER is van mening dat bedrijven die hebben geïnvesteerd in biomassa moeten worden gecompenseerd, omdat anders sprake is van een onbetrouwbare overheid. Verder adviseert de raad om voortaan te spreken over biogrondstoffen in plaats van biomassa, omdat energieopwekking niet de enige toepassingsmogelijkheid is.
Het advies van de raad moet een einde maken aan een steeds hoger oplopende discussie over biomassa. Zo is er veel weerstand tegen de bouw van de biomassacentrale die Vattenfall wil gaan bouwen in Diemen. Een plan dat overigens sinds kort ‘on hold’ staat, omdat de energieleverancier heeft aangegeven te twijfelen., mede door de maatschappelijke discussies die gaande zijn. Inwoners van Diemen maken zich zorgen over de luchtkwaliteit. Daarnaast zijn er al langer twijfels over het milieuvoordeel van de houtpellets van buiten de landsgrenzen. De aanvoer over zee kost ook energie. Bovendien is het de vraag of er wel sprake is van resthout en er geen hoogwaardiger toepassingen mogelijk zijn. Vattenfall zegt met name een duidelijk standpunt van de Nederlandse overheid te missen.
Met de subsidie van biomassa zijn miljarden euro’s gemoeid. En in het vorig jaar gesloten Klimaatakkoord speelt biomassa en belangrijke rol . Als het aandeel energieopwekking door biomassa minder wordt, dan komt het Klimaatakkoord in gevaar en zal de overheid op zoek moeten naar alternatieven. Overigens is het een misverstand te denken dat biomassa uitsluitend te maken heeft met houtpellets. Biomassa is ook afkomstig uit gewassen, planten, algen en dierlijke producten.
Nieuwe inzichten
De SER is van mening dat de inzet van biomassa op grote schaal voor hernieuwbare energie en de subsidies daarvoor niet meer passen binnen het huidige energiebeleid. Negen jaar geleden was iets meer dan 4 procent van alle in Nederland gebruikte energie afkomstig uit hernieuwbare bronnen, zo stelt SER vast. Dat moest op basis van Europese afspraken worden vergroot tot 14 procent dit jaar. Daarom werd het gebruik van biomassa gestimuleerd en ontstond een importstroom van houtige brandstoffen. Nu echter zijn er alternatieven voorhanden die het onverwacht goed doen. Zo is de zonne- en windenergie afgelopen jaren veel goedkoper geworden en zelfs sneller dan verwacht zonder subsidies rendabel. Een heroverweging is dus op z’n plaats, zo stelt de SER.