Pellets maak je op gevoel
Er zijn verschillende manieren om houtpellets te maken. Pellets maken is, zo legt Witteveen uit, een kwestie van feeling. Drie onderdelen zijn daarbij van belang: de houtsoort, de persdruk en de snelheid van afkoelen. “Wij gaan het hout samenpersen zonder daaraan iets toe te voegen. Dat gebeurt onder hoge druk. Als je dat op de juiste manier doet vallen de pellets niet uit elkaar. Je kunt je voorstellen dat de ene houtsoort meer druk nodig heeft dan de andere. Dat is een kwestie van feeling.”
DR0NRYP – Met de positieve afronding van een haalbaarheidsonderzoek naar de levensvatbaarheid van een pelleteerfabriek in Friesland lijkt de realisatie een stap dichterbij. Initiatiefnemer Niek Witteveen hoopt dat hij eind 2019 kan starten met de bouw van de fabriek, in eerste instantie met een jaaropbrengst van 15.000 ton pellets om de daarop volgende jaren door te groeien richting 90.000 ton, genoeg om 33.000 wooneenheden van energie te voorzien, ter vervanging van 50 miljoen kubieke meter gas.
Friesland is nu niet direct de eerste provincie die je associeert met het pelleteren van resthout uit het landschap en houtafval uit de houtverwerkende industrie. Toch gingen bij Niek Witteveen de ogen open toe hij, als ambtenaar in dienst van de gemeente Menameradiel en afgestudeerd aan de Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein zag hoe de houtstromen in het Friese land hun weg vonden. “Veel houtopstanden hier in de provincie zijn 40 jaar geleden aangeplant. Ook is er veel onderhoud nodig in cultuurhistorische houtsingels. Dat betekent dat er nu veel hout vrijkomt. Na het dunnen gaat veel hout naar Cuijk, waar het in de biomassacentrale verdwijnt. Waarom houden we dat hout niet hier in de provincie?”
Ontzorgen
Witteveen, inmiddels initiatiefnemer van Biomassa Fryslân, zocht contact met het zwembad in Franeker. “Ik zei: ‘Ik ga jullie volledig ontzorgen voor wat betreft je energievraag. We plaatsen een ketel en ik lever de houtsnippers.’” Witteveen realiseerde het project zonder subsidie en toonde daarmee de levensvatbaarheid aan. Uiteindelijk leverde het project een besparing van 20.000 euro op jaarbasis. En met dat concept was ook de interesse van de provincie gewekt, temeer omdat de provincie met een pelleteerfabriek voor een deel de Europese doelstellingen rond energietransitie kan invullen. Zij legden mij de vraag voor of ik een plan kon maken voor de Noordelijke Friese Wouden. In eerste instantie was het idee om de houtsnippers die vrij komen uit die singels terug te geven aan de agrarische bedrijven, maar dat werkt niet. Houtsnippers zijn meer geschikt voor de grotere installaties en hebben niet de energieopbrengst die pellets kunnen realiseren. Vandaaruit is het idee ontstaan voor de pelleteerfabriek.”
Bio- wkk
Het project werd ondergebracht onder de naam Fripel. Met geld van de provincie werd vorig jaar een start gemaakt naar een haalbaarheidsonderzoek. Afgelopen maand werd het onderzoek afgerond. De conclusie: een pelleteerfabriek in Friesland is goed mogelijk, mits daar een deel van Groningen en Drenthe bij betrokken wordt, een cirkel van grofweg 60 kilometer rondom de beoogde locatie in Heerenveen. Belangrijke sleutel bij de haalbaarheid was de combinatie met een Bio-wkk (warmtekrachtkoppeling). “Naast de pelleteerfabriek willen we een Bio-wkk plaatsen. De schors van het groenafval is niet geschikt voor pelleteren, maar uitstekend geschikt voor de Bio-wkk. Maar hier kunnen we ook laagwaardig grof groenafval verbranden, in totaal 50.000 ton op jaarbasis. Gemeenten zijn geïnteresseerd om hun grof groenafval aan ons te leveren. Nu moeten ze nog hoge kosten betalen voor het afvoeren van dat afval. Die restwarmte van de Bio-wkk, in totaal 12 megaWatt, kunnen we dan weer gebruiken om de pellets te drogen. En het geld dat gemeenten ontvangen voor het geleverde groenafval kunnen ze weer gebruiken voor hun groenbeheer. De Bio-wkk is een stukje van de totale puzzel.”
Vier fasen
Het totale project is opgedeeld in vier fasen. In de eerste fase start de fabriek met een productie van 15.000 ton pellets per jaar. Het hout en zaagsel wordt betrokken van de houtverwerkende industrie. Daar zit nog geen groenafval bij. Voordeel is dat dit hout betrekkelijk eenvoudig is om te zetten in pellets. Bovendien moeten we een trapsgewijze start maken, omdat we afzet moeten creëren, bijvoorbeeld bij agrariërs, bedrijven en ook bij particulieren. In fase 2 komen de snippers er bij en wordt de productie opgevoerd. In fase 3 volgt de integratie van de Bio-wkk. Uiteindelijk komt het project in 2025 uit bij fase 4. Dan komt ook het gesnipperde groenafval naar Heerenveen en is Fripel in staat om de schors en het hout te scheiden. “Dat scheiden van schors en hout is van belang om de kwaliteit van de pellets te waarborgen. Op dat proces van scheiden zit nu nog een patent, maar ik verwacht dat we met de productie van 90.000 ton pellets dat patent kunnen afkopen. Een ander optie is dat er tegen die tijd nieuwe technieken zijn om schors en hout te scheiden.”
Financiering
Nu het haalbaarheidsonderzoek positief is afgerond is het tijd voor het vergunningentraject en de financiering. Er zijn nog wat hobbels te nemen, maar Witteveen is overtuigd dat hij de financiering rond krijgt. “De provincie, gemeenten en investeerders staan heel positief tegenover het project. Dat geldt ook voor de banken. In totaal is met het totale project een investering van 26 miljoen euro gemoeid.”
Maatschappelijke discussies
Er gaat geen dag voorbij of we lezen of horen over energietransitie, CO2-opslag, houtverbranding, fijnstof. Hoe worden de plannen, ook bij de bevolking in Friesland ontvangen? Witteveen: “Over het algemeen positief. We hebben natuurlijk de wind mee, nu de gaskraan in Groningen wordt dichtgedraaid. En voor wat betreft de aan- en afvoer van hout en pellets begrijpt iedereen dat het beter is om de fabriek in de regio te bouwen. Voor wat betreft CO2 en fijnstof zijn er discussies gaande. Daar hoort het juiste verhaal bij. Voor wat betreft de fijnstof die vrijkomt bij verbranding zijn er technische middelen om dat te minimaliseren. En de CO2: als je de snippers tussen de beplanting gooit, dan komt dezelfde CO2 vrij. Alleen dat is minder efficiënt. Ons doel is ook om biodiversiteit en gezond bos en gezonde houtsingels in stand te houden. Elke bosbouwer en groenbeheerder weet dat dunnen daarbij hoort. Daarbij garanderen we dat we nooit meer oogsten dan er aan bijgroei bijkomt. Wij streven biodiversiteit na. Een van onze doelstellingen is bovendien om alleen laagwaardig hout om te zetten tot pallets. Is het nog geschikt voor de spaanplaat of een andere toepassing, dan moet het hout eerst daar naar toe. Voorop staat dat je de cascadering in stand moet houden. Het is een kwestie van juiste verhaal vertellen.”