Marcel Horjus, voorzitter van de Koninklijke CBM keek tijdens de algemene ledenvergadering van de CBM samen met de leden naar het afgelopen jaar, waarin het sommige onderdelen voor de wind ging en andere wat minder. Ook keek hij vooruit. Uiteraard ging het daarbij vooral over het klimaat en ‘duurzame inzetbaarheid’.
Volgens het Economische Bureau van de ING gaat het goed in de woondetailhandel. Woonwinkels en doe-het-zelf-zaken hebben in 2019 de grootste omzetgroei sinds tijden. En voor 2020 ziet er net zo uit. Onderzoekers verwachten dat de koopkracht op peil blijft en misschien nog wel kan stijgen.
Aan de andere kant zit de huizenmarkt al een tijdje op slot, en het lijkt er op dat dit nog wel even zo zal blijven. Dat laatste is natuurlijk vervelend. Maar, zo stelt Horjus, elk nadeel heeft ook zo z’n voordeel. “Als huizenbezitters minder verhuizen, gaan zij meer investeren in hun eigen woning. Zij kopen nieuwe meubelen, nemen een nieuwe keuken, laten hun badkamer verbouwen en knappen het huis verder op. Dat is een belangrijke verklaring voor de goede resultaten van de Nederlandse woonwinkels.”
Onder druk
Woonmeubelfabrikanten deden het in 2019 beter dan interieurbouwers en toeleveranciers.
Volgens de conjunctuurmonitor groeiden de omzetten bij twee op de drie woonmeubelfabrikanten.
Het is de verwachting dat deze positieve trend in 2020 doorzet. Maar er is ook een vaste groep woonmeubelfabrikanten die het al jaren moeilijk heeft. Eén op de vijf meubelfabrikanten lukt het niet om te profiteren van de aantrekkende economie. “Meting na meting zien we bij deze groep de omzetten en het bedrijfsresultaat teruglopen. Uit de conjunctuurmonitor blijkt dat Interieurbouwers het in 2019 minder goed deden dan de woonmeubelfabrikanten. De afgelopen twee jaar daalt het aantal bedrijven waar omzet en bedrijfsresultaat groeien. Sommige interieurbouwers hebben betere resultaten dan andere, maar door de bank genomen staan bij de meeste interieurbouwers de marges al jaren onder druk.”
Toeleveranciers
De toeleveranciers boekten de minst positieve resultaten. Slechts een derde van de toeleveranciers had omzetgroei. En slechts bij een kwart van de toeleveranciers verbeterde het bedrijfsresultaat. “Toeleveranciers doen het in onze ledenkring over de hele linie minder dan woonmeubelfabrikanten en interieurbouwers. Ook leveranciers van plaatmateriaal geven aan dat de vraag onvoldoende aantrekt. Duidelijke signalen dat een deel van de bedrijven moeite heeft om mee te liften op de positieve ontwikkelingen in de samenleving.”
Uitdagingen
Natuurlijk stond Horjus ook stil bij de uitdagingen die de branche in 2020 te wachten staat. “We moeten van het gas af en door de stikstofcrisis staan veel bouwprojecten stil of hebben flinke vertraging opgelopen. Na de aannemers krijgen de interieurbouwers hier in een later stadium last van. En als ik naar de overheid en de politiek kijk, dan ontbreekt het in naar mijn mening aan daadkracht om deze impasse te doorbreken. Dit zorgt voor onzekerheid in de toekomst. Gelukkig heeft de CBM het afgelopen jaar niet stil gezeten. We hebben in 2019 een flink aantal vernieuwingsprojecten in gang gezet. Zo hebben wij samen met de spelers in de matrasketen een voorstel uitgewerkt voor de recycling van matrassen in Nederland. Zodra de minister, Stientje van Veldhoven, hier ja tegen zegt, gaan we er direct mee aan de slag. We hebben subsidie ontvangen voor een experiment om schuim van matrassen chemisch te recyclen, oftewel pyrolyseren. Daarnaast proberen we, samen met de gehele plaatmateriaalketen, een oplossing te vinden voor het recyclen van plaatmateriaal en MDF. We hebben hier al drie bijeenkomsten voor georganiseerd.”
Duurzame inzetbaarheid
In zijn speech benadrukte Horjus ook het zonnepanelenproject, waar inmiddels zo’n 55 CBM-leden aan meedoen. “Komend jaar gaan we verder met het installeren van de zonnepanelen en doen we een project met lichtgewicht panelen zodat ook de daken die minder belastbaar zijn, zonnepanelen kunnen plaatsen. Daarnaast zijn we gestart met het project ‘Duurzame Inzetbaarheid.’ CBM heeft subsidie gekregen om twee nieuwe bedrijfsadviseurs voor Duurzame Inzetbaarheid aan te stellen. Zij gaan vanaf 1 januari 2020 bedrijven bezoeken en ondernemers ondersteunen om hun personeel duurzaam inzetbaar te houden. Afgelopen jaar hebben we met een aantal pilotbedrijven een experiment met sensoren uitgevoerd, voor het monitoren van het binnenklimaat in fabrieken. Met subsidie van het sociaal fonds kunnen we dit succesvolle experiment volgend jaar verder uitrollen in de branche.”