AMSTERDAM – Milieudefensie heeft samen met zusterorganisaties WALHI en SDI, een klacht tegen de ING Group ingediend. Dit gebeurde bij het Nederlandse contactpunt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. De klacht heeft betrekking op het financieren door ING van drie palmoliebedrijven: Noble Group, Bolloré Group/Socfin en Wilmar International.
Deze bedrijven zijn volgens de drie organisaties verantwoordelijk voor grootschalige verwoesting van tropisch regenwoud (Noble), landroof (Bolloré) en kinderarbeid (Wilmar). Omdat banken niet uit zichzelf stoppen met foute investeringen, start Milieudefensie een petitie waarin het minister Hoekstra oproept om met wetgeving te komen om deze investeringen aan banden te leggen.
In de klacht eist Milieudefensie, samen met partnerorganisaties, dat ING haar financiële banden verbreekt met deze palmoliebedrijven en zich terugtrekt uit de industriële palmoliesector. Daarnaast willen de organisaties dat het Nederlandse contactpunt voor de OESO-richtlijnen bevestigt dat ING al vele jaren niet genoeg doet om misstanden te voorkomen, ondanks dat de bank op de hoogte is van de schandalen. Volgens de organisaties draagt ING daarmee bij aan de misstanden.
¨Al sinds het begin van deze eeuw stellen we ING op de hoogte van de misstanden in de industriële palmolie-sector¨, zegt Evert Hassink, beleidsmedewerker bij Milieudefensie. ¨ING weet dus tot welke schadelijke gevolgen hun investeringen leiden en is willens en wetens blijven doorgegaan met het financieren van deze palmoliebedrijven.¨
Gevolgen
De richtlijnen van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) geven aan hoe bedrijven zich horen te gedragen en hoe bedrijven om moeten gaan met mensenrechten, kinderarbeid, milieu en corruptie. Als het contactpunt oordeelt dat ING de OESO-richtlijnen niet naleeft, heeft dat gevolgen voor ING. De bank kan worden uitgesloten van handelsmissies, subsidies en overheidsondersteuning in het buitenland. Dit schept een precedent voor andere banken hoe zij de richtlijnen van de OESO moeten naleven.