DEN HAAG – Hout heeft de wind mee in de klimaatdiscussie, maar tegelijkertijd is er nog een wereld te winnen en moeten er nog heel veel vooroordelen worden overwonnen. Niet alleen op de verjaardagsborrel, maar ook bij de politiek en bij organisaties die de bouw vertegenwoordigen. Een eerste aanzet werd gemaakt met het aanbieden van het Manifest ‘Hout. Natuurlijk van Nu.’ aan voorzitter van Bouwen Nederland, Maxime Verhagen en aan twee (CDA)leden van de Tweede Kamer.
Woensdag 2 oktober waren ruim zestig vertegenwoordigers uit de timmerindustrie uitgenodigd voor een rondleiding in het gebouw van de Tweede Kamer en een discussie en de mogelijkheid om vragen te stellen aan de kamerleden Maurits von Martels (CDA-woordvoerder van onder andere biobrandstoffen, milieu en circulaire economie) en Erik Ronnes (CDA-woordvoerder ‘Wonen’). Aansluitend volgde een borrel in de CDA fractiekamer.
Na afloop was de reactie van één van de deelnemers dat de houtindustrie eindelijk de lobby naar Den Haag heeft gevonden. Positief dus wat hem betreft. Een lobby waar andere industrieën als beton en metaal al jaren veel beter in zijn. In de discussie bleek maar weer eens hoe moeilijk het is om te praten termen als ‘circulair’ en ‘duurzaam’ als zelfs de betrokken partijen niet het verschil weten tussen de uitstoot van stikstof CO2. Maxime Verhagen was sowieso niet van plan om zijn vingers te branden door zijn voorkeur voor een bepaald materiaal uit te spreken. “De politiek stelt de kaders en de doelen en de verschillende materialen moeten vervolgens maar laten zien hoe ze daar aan kunnen voldoen en wie dat het beste kan.”
Ook Ronnes en von Martels waren voorzichtig. Beiden gaven aan positief te staan tegenover het product hout, maar daagden de markt uit om zich vooral te laten zien en de voordelen van hout ten opzichte van andere materialen te benadrukken en om met input te komen voor bijvoorbeeld het vaststellen van de bossenstrategie die er aan zit te komen.
In Houtkrant nr 18 een uitgebreid verslag van deze bijeenkomst.
